In een bijenvolk is niemand de baas. Ook de koningin niet. Die houdt met geurstoffen haar volk bij elkaar, maar verder heeft ze weinig in te brengen. Haar taak is eitjes leggen. De werksters bepalen wáár: die cellen poetsen ze met hun achterlijf tot ze glimmen.
Ze bepalen zelfs wélke eitjes de koningin moet leggen. Voor mannetjesbijen – darren – maken de bijen grotere cellen dan voor werksters. De koningin meet de cel met haar voelsprieten en legt het juiste eitje: onbevrucht voor een dar, bevrucht voor een werkster.
De bijen beslissen alles gezamenlijk. Wanneer ze gaan zwermen bijvoorbeeld. Dan trekt een deel van het volk met de koningin naar een nieuwe nestplaats. Maar eerst laten ze haar rennen over de raten tot ze fit genoeg is om te vliegen.
Maar hóe beslissen de bijen dat dan?
De koningin scheidt koninginnenstof af. Deze feromonen laten de bijen weten dat ze een koningin hebben. De werksters verdelen deze stof onder elkaar. Hoe meer bijen, hoe dunner de spoeling.
Sommige bijen krijgen niet genoeg. Dan denken ze dat er geen koningin is. Om het volk te ‘redden’ maken ze speciale cellen voor nieuwe koninginnen. Deze moerdoppen (een koningin is de moeder of moer van de bijen in haar volk) lijken een beetje op hangende vingerhoedjes. Andere bijen hebben de koningin wél geroken en breken de moerdoppen weer af.
Als het volk nóg groter wordt dan kunnen de afbrekers het bouwen niet meer bijhouden. Zodra ze een voltooide en gepoetste moerdop ziet, legt de koningin er een eitje in. Het eitje komt na drie dagen uit en het larfje krijgt krachtvoer van de werksters. Na zes dagen is ze volgroeid. De werksters sluiten de cel zodat de larve kan verpoppen tot jonge koningin.
Nu is het hoog tijd om te gaan zwermen. Meer koninginnen in één volk kan niet, die vechten net zo lang tot er één overblijft. De oude moer verlaat de kast en vrijwel alle bijen gaan met haar mee naar buiten. Ze vliegen in een wolk naar boven.
Daar beslist iedere bij of ze meegaat met de zwerm of teruggaat naar de kast. Hoe ze die beslissing neemt is niet duidelijk, maar er blijven altijd genoeg bijen over om voor het broed – de eitjes en de larven – te zorgen.
En wat heeft dat nou met verandermanagement te maken?
Dat sommige dingen vanzelf gaan, zonder instructies van bovenaf. Een bijenvolk bestaat uit individuen. Iedere bij doet waar ze zelf zin in heeft. Niemand organiseert, regisseert of roept tot de orde. En tóch functioneert een bijenvolk als een geoliede machine.
Een bij heeft geen diepere gedachten. Ze neemt ook geen beslissingen, maar reageert instinctief op de omstandigheden. Voor mensen ligt dat anders. En toch. Hoe meer je voorschrijft en organiseert, hoe minder makkelijk de dingen gaan en hoe meer je moet voorschrijven en organiseren. Doe eens gek en laat het los. Maak duidelijk dat je duurzamer wil werken en laat je mensen zelf beslissen hoe ze dat gaan doen. Heb vertrouwen, het komt goed.
xx Caroline
Het bericht Wat een bijenvolk je kan leren over verandermanagement verscheen eerst op Carolaan.